Via het Rode Kruis spoorde Elizaveta Ersberg keizerin-weduwe Maria Feodorovna op, die haar een subsidie gaf. Ze ging vervolgens naar Zwitserland en Tsjechoslowakije voordat ze Rusland weer binnen mocht, op persoonlijk verzoek van haar broer aan Vyacheslav Molotov, in november 1928. Bij binnenkomst in Rusland kreeg Elizaveta het bevel om te verschijnen bij de All- Russische Buitengewone Commissie, waar haar werd opgedragen geen informatie vrij te geven over het leven van de tsaar en zijn familie.