Olga was muzikaal begaafd. Haar leraren zeiden dat ze ‘een absoluut correct oor’ had. Barones Sophie Buxhoeveden bedacht dat:
“Ze alles op het gehoor kon spelen wat ze had gehoord, en gecompliceerde muziekstukken kon transponeren, de moeilijkste begeleidingen kon spelen op zicht, en haar aanraking op de piano was verrukkelijk. Ze zong mooi in de muziek een mezzosopraan.”
Ze was lui in het oefenen, maar als de geest haar bewoog, speelde ze per uur.’